dinsdag, december 28, 2004

Tante (2004/53)

Je prakkiseert je suf over de onvoorspelbare verschillen in weergave tussen Mozilla en I.E. en dan valt plots voor drie dagen je internetverbinding uit! Ook de telefoon laat het afweten; stom als een vis. "In de buurt van de Melkerij heeft men een kabel getoucheerd..." luidt bij navraag de even duidelijke als simpele uitleg. Vervelend? Natuurlijk! Knap vervelend zelfs! Zeker nu je voor de vrije dagen tussen Kerst en Nieuw enkele heuse logboekplannen had gesmeed. Maar dan verzinkt in één klap alle irritatie in het niets. Ineens zijn er die beelden uit de Golf van Bengalen die een mens een kwaaie klap op de kop verkopen. Het zal je maar overkomen, met een lastminute bijvoorbeeld op de totaal verkeerde plaats op het totaal verkeerde moment te zijn. Het virtuele schaamrood staat je meteen tot aan de lippen. Zitten prakkiseren over een ordinaire internetverbinding terwijl buiten in de echte wereld de zondvloed toeslaat en Moeder Natuur nog 'ns als vanouds uithaalt als de kwaaie harde tante die ze altijd al is geweest... Zeebeving! Tsoenami! Alles zie je te pletter staan. Het einde van de wereld, de hel van Phuket. Tachtigduizend doden. Onwezenlijk is het. Niet te vatten dat aantal want zonder gezicht. Meer, veel meer dan in volle zomer bijvoorbeeld de wei in Werchter. Uit pure armoede wend je het hoofd wat af. Je trekt je voor uren terug in de boeken. Met de woorden van anderen. Af en toe savoureer je een brief van de Coninck terwijl je met één oog blijft kijken hoe de hulpacties op gang komen. Een cargo van Artsen zonder grenzen staat vertrekkensklaar. Generatoren, waterreservoirs en tanks, plastic sheeting, klamboes, chloor kits, een hospitaal tent, medisch materiaal... Mooie dingen om te helpen. Alles richting Sumatra... Dan gaat de telefoon over. Een Belgacom-bediende! Om mee te delen dat het euvel eindelijk is verholpen. Even later, opnieuw online zie je jezelf iets doen wat je nooit eerder deed en waar je een beetje perplex van staat. Je schrikt van jouw eigen softe, doorweekte zelf. Je snort dat rekeningnummer op en even later zie je jezelf een bedrag overschrijven. Niet groot, bovendien aftrekbaar en vooral hoop je dat het een heel klein beetje helpt.



Steun Artsen zonder grenzen! Zie ook Tomzzz en vele, vele anderen.

zaterdag, december 25, 2004

Wedden

Wedden dat u zelf ook al voor deze heel zinnige zaak getekend heeft?

Teken zelf ook de petitie of bekijk de reacties.

vrijdag, december 24, 2004

Straalstroom

Het was hier, in het Arcadië van al mijn plaatsen, nogal windstil de voorbije dagen. U heeft dat, samen met mij, mooi opgemerkt. Veel heeft u moeten missen. Hier geen grote gedachten! En ook geen belangwekkende mededelingen van persoonlijke aard waar u tevergeefs zat op te wachten omdat u die hier toch nooit kunt krijgen, want ceci n'est pas un lifelog, quoi. Niet eens een hoge vlucht of het verbijsterende verhaal van een verloren gelopen lapjeskat viel u te beurt. Van veel diende u hier jammerlijk verstoken te blijven. Of dat erg te noemen is. Natuurlijk niet want prijs ik mij ondertussen even gelukkig zeg, dat ik zit waar ik zit, en niet ergens elders. Bij onze letterlievende Noorderburen bijvoorbeeld gaat dat er wel even anders aan toe. Het stormt en schilfert er van de DiDeVa's en de DiDeVeaux. Waar wij ons als vanouds tevreden moeten stellen met een rustig vliedend rivierbeekje lijkt hierboven wel de straalstroom losgebroken. Onrustwekkende konijnenverdwijningen, stemmingmakerijen, gekartelde ego's van hier tot ginder die alsnog op weblogtreinen springen, gebekt en gekneveld zoals men maar gebekt en gekneveld kan zijn, struikrovers, stads- en kinderdichters, kapingen, kneuzingen... Kortom, het gonst en bruist er van steeds weer nieuwe ontwikkelingen in de altijddurende soaps van het leukste der leuke luiletterlanden... Bij ons, nee hoor, bij ons hier bezuiden niets van dit alles. Hier is het alleen herademen. Herbronnen. En als het van mij moet afhangen komt daar helaas ook de komende dagen maar weinig verandering in.
De tijd heb ik hier namelijk even stilgezet. Mij volop oefenend in afzijdigheid zit ik nu al wat beverig de laatste donkere dagen van december op mijn hoed te prikken. Van oor tot oor, mijn glimlach wordt steeds breder, terwijl ik naar buiten en naar boven kijk waar het echte leven is. Wat een vrede, denk ik, kan een mens bewonen, want dit vaderland, ach dit oude koude vaderland heeft niet eens een dichter nodig!


De song van de dag. Hij is, godbewaarme, grijs en dolgedraaid. En prikken doet hij allang niet meer. Maar hij is en blijft van Nijgh en niet van een ander, oubollig misschien en nostalgisch zeker. Met grote halen, al heel erg trekkend met zijn been, de enige echte Meester prikkebeen.

maandag, december 20, 2004

Dichtbevolkt (2004/52)



"Trekt aan mijn oog voorbij wat van binnen wordt bewaard. Geloken, gesloten oog. Ingekeerd en ingenaaid, dicht naar binnentoe. Dat we in ons met velen kunnen zijn en uit velen zijn gebouwd, het is maar al te waar. Eén lange stoet om in op te stappen, optocht waarin het goed verdwijnen is. Met velen zijn we. En met velen zullen we zijn. Zodat spoorloos lijkt wat ons nu al uitgelezen heeft. De jongen die stotterend zichzelf voorstelt als iemand die hij nog niet geworden is. Uit één stuk en opgetrokken uit het graniet waarin hij pas later voor schut blijft staan. Het meisje met de beugel. De vrouw met de mand. De jongen met de haverzak. De man in duplo die als een open boek - Saramago - op de tafel ligt. De leraar nederlands die voor dat boek met zijn handen het ijzer breekt. Memoria de mis putas tristes. Herinnering aan mijn droeve hoeren. De heer des huizes die, wat er ook gebeurt, naar buiten loopt en in het oog van de storm gaat staan. Telkens waarmaakt wat hij eerder heeft beloofd! De vrouw die de lakens deelt. De man die voor haar de vlaggen strijkt. Bressendichters, mortelmakers, mollenvangers... Met velen blijven ze in ons bewaard. Want dichtbevolkt zijn wij. Door hem of haar die in ons zichzelf versteent en op de kop daarvan voorgoed de sporen draagt."

donderdag, december 16, 2004

Gevleugeld

"Iemand die te snel rijdt riskeert iemand dood te rijden.
Iemand die te snel wandelt riskeert niet iemand dood te wandelen."

(Uitspraak van een wel zeer gevleugelde Minister van mobiliteit Renaat Landuyt in het TV1-journaal; Di 14/12/2004)

dinsdag, december 14, 2004

Strovuur

Je vraagt je af vanwaar ze komen. En blijven komen. Eén ding is zeker: bij mij komen ze er niet in! Nog liever spijker ik mijn ramen dicht. Nog liever verliet ik op staande voet het huis en ging ik te voet naar Halle. Vanwaar die plotse modes telkens weer het land in moeten komen, je vraagt het je af? Strovuur! En elk jaar wordt het erger. Een invasie is het, een heuse invasie van verkrampte kleine monsters. Het schemert me voor de ogen. Ze ogen glazig alsof ze permanent aan zieltogen doen. Hun pakken zien er niet uit maar met hun rood en wit verkleuren ze wel constant ons uitzicht. In de straat hier tel ik er alleen al meer dan twintig. Mooi is anders. Overal zijn ze. Ze hangen aan ramen, sleuren aan dakgoten, liggen scheefgezakt en voor pampus op de daken. Overal en op alle plaatsen zijn ze. Maar vooral, vooral hangen ze mij de keel uit. Hou me dus maar vast. Hou me tegen of ik start een petitie, of liever nog een ware heksenjacht. Want weg wil ik ze, tussen hangen en wurgen wil ik ze weg, die kleine gedrochten. Wat zeg ik, tussen hangen en wurgen? Doe maar meteen wurgen!

Labels:

Schrijven met licht (Lijstje/11)

Gerrit Krol noemde hun werk de kapstokken van het geheugen. En zij, zij gaan gewoon door, dag in dag uit met het schrijven van licht... Meesters van licht. Op een lijstje en vanaf vandaag zelfs op een blogrolletje...


* Alchemist
* Catcher in the eye
* Eyes wide shut
* Just another fotoblog
* Mjs-Vierkant
* Pascal Digital
* Roodpetje
* Serendipity
* Timescapes
* Way to blue
* Wereldkeuken

Labels:

zondag, december 12, 2004

Mijn woord (2004/50)

Weekje weg, weekje bij, weekje om... Maar niet elke week, mijn dierbaren, niet elke week zal een uitweiding vergen als een huis. Evenmin een inwijding als een wijk. Het kan kleiner, zeker kan het kleiner. Het kan met zoveel minder woorden, met zoveel minder tijd. Waar blijft trouwens - ou les neiges d'antan - van vroeger al dat sneeuwen van de tijd. Ons voetbal op apegapen, onze coureurs niets dan werk- en lijfstraffen aan de broek, je zegt het maar. En wat daarna nog overblijft? Mijn woord is het, tegen dat van jou. We kiezen niet, het gaat voorbij. Als modder in een spoor. Maar mijn woord, vrienden, deze week, ik ga er voor. Mijn woord, het mooiste, ik geef het en daarmee moet je het maar doen. Vluchtig en zoveel meer als wat het in wezen is. Idool van één dag dat helaas een jaar wil duren. Le dur désir... Mijn woord? Ach, een spoor is het, meer niet, een spoor in de modder, een slag in het water... Mijn woord het is geheel en al, het is: efemeer.

woensdag, december 08, 2004

Code-Monkey (Signalementen/6)

Gaf ik hem ooit al 'ns dikke Pluim? Zette ik hem eerder al 'ns een dikker streepje voor? Vormde ik met hem al ploeg en wonnen we in het Kuipke van Gent of elders, fluitend, dankzij zijn ruggensteun, dankzij zijn aflossingsduwtjes in mijn stram- en moegekwelde rug, de ploeg- en andere koersen met de vingers in de neus. Stond hij eerder al 'ns als eerste op mijn allereerste lijst? Neen, neen... Maar ik vergat hem niet of nooit en dat doe ik nog altijd. Meester mag ik hem niet meer noemen; sinds 29/9 heeft hij dat liever niet, en een Code-Monkey zoals hij word ik op een dag wel nooit, dus - wetende dat ik mag krijsen wanneer ik maar janken wil - noem ik hem maar Vriend en Beste Wchulseiee. Want ja ik stond bij hem al vaker in het krijt. En daar stond ik, wat zeg ik, daar sta ik nog te blinken en ik sta daar goed!

dinsdag, december 07, 2004

Lelijk

"In these ugly times the only real protest is beauty"

Phil Ochs, zanger - geciteerd door Simon Vinkenoog in "Meander Magazine" nr. 255 (Zo 5/12/2004)

maandag, december 06, 2004

De wijk (De Week 2004/49)

Het is geen ramp. Een ongeluk is het niet. En toch ben ik er compleet het hart van in. Jarenlang was er hier achteraan het huis, zo ver je maar kon kijken, het veld. Niets dan het veld. Geen breuklijn trof het landschap, er was geen oponthoud. Aan het eind van het gazon nam het veld het gewoon even over van de tuin. Wat vlak was bestond! Niet alleen in het hoofd, ook in het echt. Alsof het nooit anders was en alsof het ook altijd zo zou zijn... Hadden we dat maar nooit gedacht! Sinds kort is alles over. Weg het uitzicht, weg de einder. In amper enkele etmalen tijd zijn een paar bijzonder smeuïge bobdebouwers er in geslaagd om de velden hier voor goed en voor altijd te verkavelen. Een obscuur kantoor in een nabijgelegen stad slijt de peperdure bouwgrond aan wie maar een leven lang voor zo'n lapje wil betalen. Intussen is het kwaad al helemaal geschied. Niet meer dan enkele maanden volstaan daarvoor. Eerst waren er het gebagger en het gezuig. Toen kwam de straat. Daarna sleepte men kabels en afvoerbuizen aan tot men verleden week ook de lantaarnpalen naar boven wist te hijsen, pal ons blikveld in. En straks, reken maar, dat straks zonder onderscheid ook de huizen komen, de klamme kalme villa's van vanille vol katten en vol kinderen. Het zal er bruisen in de nieuwe straat! Even speelden we hier in dit Arcadisch gebied van ons zelfs met de drastische gedachte om als antidotum tegen de oprukkende gloednieuwe woonwijk zelf ook maar beter de wijk te nemen. Maar algauw beseften we dat verhuizen alleen op vaandelvlucht was neergekomen. Niet dus. Blijven, en volharden, dat is wat we zullen doen! Vroeg of laat moet een mens in zichzelf de krachten vinden die hem eerst lijken te ontbreken. En dat is wat de voorbije dagen uitgebreid is gebeurd.

Overgegaan tot de daad, ben ik! Meer dan één vuist heb ik gemaakt! De voorbije week zal mij dan ook blijven heugen. Niet als de week waarin Kevin Coyne voor altijd de tijdelijke voor de eeuwige jachtvelden ruilde. Evenmin wil ik de heisa, het prinselijk stormpje onthouden dat onze Filip met enkele van zijn uitspraken wist te veroorzaken. En van de samenstelling van het dna van Johan Museeuw wil ik al helemaal niets meer horen.
Nee, de voorbije week zal bij mij geboekstaafd blijven als de week waarin ik de bomen heb geplant. Vijf prunussen globosum en één catalpa (foto). Zij zijn het op wie we de komende seizoenen rekenen om ons af te schermen. Ergens tussen tuin en wereld in waar ik zit en intussen begonnen ben, dat mag je nu al weten, aan één lang en klagend gedicht. Een gedicht dat niet zonder enige ambitie met hele lange takken naar de hemel wil reiken en dat nu al - werktitel of niet - Requiem voor de einder wil gaan heten.

donderdag, december 02, 2004

Klapkeun

Je vraagt je af wat het is, als je het zo ziet staan, dat woord. "Klapkeun", zo staat het er. Letterlijk. In een geschreven tekst nog wel. Maar wat is het? Wat kan het zijn? Een konijn dat uit de biecht klapt? Een kinderwagen met een klapband... Is het een werkwoord... Biljarten met een klapkeu? Is het familie van de klapscheet, de klapsigaar of de klapzoen. Verwant aan de klapekster, de klaploper of de klapstoel? Tja, uiteindelijk, aan het eind van de lijn blijkt het niks anders te zijn dan het woord voor iets wat Antwerpenaren in de volksmond een 'klapke' plegen te noemen. Simpelweg een praatje, een 'klapkeun'. Ffffhh, zo kan ik het ook. Praatjesmakers zijn het, mijn schone vrienden uit Antwerpen en omgeving. Dat dat schabouwelijke, dagdagelijkse nederlands in televisiesoaps en - series steeds meer opgeld maakt, het zij zo. Maar dat het bargoens nu ook al van binnenuit onze schrijftaal zit aan te vreten, is iets wat ik maar met zeer lede ogen (en lange tanden) aan kan zien... Krom of niet, je doet maar zoals je dat zelf het beste vindt mijn vriend, maar mijn zegen, nee vergeet het, mijn zegen heb je niet...

woensdag, december 01, 2004

KPM027

Zelf uitgebreid residerend in een Varkensdorp par excellence wil ik via deze weg Ben van Ostade heel veel sterkte wensen. Laatst zag ik hem nog zwaar zitten vuilbekken in een spetterende voorstelling van Oinki Poinki. Een binnenbeer met binnenpret net voor de slacht; kundig uitbarstend in rauw geschruwel en gestook. Zijn officiële website blijkt het niet alleen even niet te doen, nu hebben ze ook nog de bestelwagen gestolen waarmee hij door Vlaanderen toerde... De varkens! De oranje pig-mobiel bevat een roedel opblaasbare zwijntjes, stro, het interieur van een slachterij en nog een pak andere varkensspullen. Wie de bestelwagen met nummerplaat KPM027 ergens opmerkt belt als de bliksem naar de gekwelde acteur (0495/72.33.09).
De pijn van het Zwijn kan soms in hele rare en onverwachte hoeken zitten. Je zou bij zoveel tegenslag voor minder diep en intens porcratisch worden...