donderdag, december 02, 2004

Klapkeun

Je vraagt je af wat het is, als je het zo ziet staan, dat woord. "Klapkeun", zo staat het er. Letterlijk. In een geschreven tekst nog wel. Maar wat is het? Wat kan het zijn? Een konijn dat uit de biecht klapt? Een kinderwagen met een klapband... Is het een werkwoord... Biljarten met een klapkeu? Is het familie van de klapscheet, de klapsigaar of de klapzoen. Verwant aan de klapekster, de klaploper of de klapstoel? Tja, uiteindelijk, aan het eind van de lijn blijkt het niks anders te zijn dan het woord voor iets wat Antwerpenaren in de volksmond een 'klapke' plegen te noemen. Simpelweg een praatje, een 'klapkeun'. Ffffhh, zo kan ik het ook. Praatjesmakers zijn het, mijn schone vrienden uit Antwerpen en omgeving. Dat dat schabouwelijke, dagdagelijkse nederlands in televisiesoaps en - series steeds meer opgeld maakt, het zij zo. Maar dat het bargoens nu ook al van binnenuit onze schrijftaal zit aan te vreten, is iets wat ik maar met zeer lede ogen (en lange tanden) aan kan zien... Krom of niet, je doet maar zoals je dat zelf het beste vindt mijn vriend, maar mijn zegen, nee vergeet het, mijn zegen heb je niet...