zaterdag, november 18, 2006

Fictie

(Zo klinkt Voorman)

Hoe ver sta ik. Waar ben ik gekomen, denkt hij. In elk geval is in De Laatste Fabel het punt bereikt (is het ogenblik aangebroken/breekt het ogenblik aan) waarop Voorman op de proppen komt. Al is het zeer de vraag of Voorman wel klinkt als de naam die hij voor ogen heeft. Voorman klinkt zoals ie klinkt. Iemand die laat uitschijnen voor te gaan, die zich – rupsachtig en zwaar, wat wel vaker voorkomt bij lagere dieren - telkens weer op het voorplan weet te wurmen. Ondanks hem misschien maar toch telkens, tot in den treure toe telkens opnieuw. Zo klinkt Voorman. Hij begrijpt dat dit niet is wat hij zoekt. Bij Voorman zal men, het is waar, niet aan zijn “Voorman” denken maar aan die van een ander. Aan Rinosaurus bijvoorbeeld, Rinosaurus op de rots. Rinosaurus die een vendetta voert. Aan Bebrild Konijn. Of aan Hoekslang Met De Haak zal men denken. Maar niet aan de man waaraan hij een naam wil geven. En aan de notie die hij van hem heeft. Niet aan “Voorman”. Om dezelfde reden wees hij eerder al Frontman af. Hij wil geen oorlog in het boek. Neushoorn zint hem voorlopig nog het best. Neushoorn houdt hem gaande. Neushoorn die – best grappig - voor iemand die zelden hoeft na te denken een Think Thank opricht, hij ziet het zo voor zich. Hij ziet het zo gebeuren. Een vereniging die geen ander doel kan dienen dan dat van zichzelf, dat moet, tang op een varken, negen keren op de tien Neushoorn zijn. Geen ander. En dan gaat plots een lichtje branden. Zo groot ten slotte als een scheepslicht in de haven. Het moet, zoveel is nu wel duidelijk, iemand zijn met het verleden van iemand met de rug naar zee. Iemand die, net als Neushoorn, in staat is om achterwaarts in zee te lopen. Komend vanuit het Oostende van al zijn plaatsen

Braniekelner…Dat is het en hij weet het: Braniekelner is de naam. Fictie denkt hij, hoe schoon toch kan fictie zijn. En hoelang kan ze op zich laten wachten. Al eeuwen de geknipte man te hebben voor de rol en toch nog zolang op de naam te moeten wachten die hem omschrijven kan. Braniekelner, aangenaam. Als het niet klinkt dan moet het maar botsen. Een weekend geeft hij zichzelf om daar nog lang en uitgebreid over na te denken.

Labels: , ,