zaterdag, augustus 12, 2006

Trilt

(19224)

Wat men prijsgeeft is niet wat er staat. Terwijl men net verdwijnen wil in wat men schrijft geeft men zich prijs. Steeds opnieuw. Al te vaak en al te veel. De trivialiteit van de dagen en de plaats die men daarin voor zichzelf voorziet. Toegedicht. Vermeend. Opgeklopt. Hoe schokkend kan het zijn: geëtaleerd te staan, zichzelf als windvang ten toon te stellen, in de platte dagelijksheid alsof onze naam er niet meer toe zou doen. Ach, al die vormen die verleiden en zich lenen voor wat men toont zonder dat men dat beseft. De bak- en blogvormen van de overbodigheid… De mallen die zich lenen en lenigen als een nood tot ridiculiteit. Heb ontzag voor hen die niets te zeggen hebben. Voor hen voor wie de wereld geworden is als een al te grote plaats. Vliegtuigen houden in de hemel op. Burgers knielen voor het bruut en bot geweld. Ontzie ons. Vergeef ons de pretentie van de mening die er niet toe doet. Lees niet wat er staat. Kijk en zwijg. Wend het hoofd. Kijk bij de gratie van hoe windhonden lopen. Gekromde ruggen gebouwd om te weerstaan. Een skelet gemaakt om op te vangen, om om te gaan met de schok. Kijk hoe de foto trilt. Hoe dierlijk verstijft het lichaam in wat het beweegt.


(©Paul Rigolle – Za 12/08/2006 – Hoe dierlijk verstijft het lichaam in wat het beweegt - Rubriek Nootboek)

Labels:

1 Comments:

At 12/8/06 9:46 p.m., Anonymous Anoniem said...

Dit recentste stukje van je eigenste pen greep me wel even naar de keel, Paul.
De twee eerste regels blijven zinderen en laten me niet los!

bloedbloederlijke groeten!
Jan

 

Een reactie posten

<< Home