donderdag, maart 23, 2006

Stringent

Voor niets gaat de zon op. Het zou zijn motto kunnen zijn. Gevederd, weldoorvoed… In al zijn welvingen probeert hij al jaren de jongen te begraven in de man. Zijn poging slaagt. Gezeteld in die stoel. Gesetteld op het parket van Bond en blauw. In dat huis van glas dat kasten kent waarin alles in het duister tast. De meester van de wetten, de procureur van de vrije tijd. Zijn net niet dichtgeknepen ogen kijken slim genoeg om te weten dat ook macht iets is dat cyclisch is. Komt en gaat! Stringent. Als een bal zo rond. Dat wie de macht gegrepen heeft hem op een dag ook weer ontnomen wordt. Hij weet het meer dan hij zelf vermoeden kan. In de verte heeft hij het zagen al gehoord. De poten van zijn stoel. Straks krijgt zijn leven plots weer vaart als hij met stoel en al onderuit zal gaan. Teruggefloten. Aangespoelde bultrugvis. Door de catacomben opgeslokt. Loeihard en helemaal, wedden dat hij straks met al zijn dood gewicht terug naar af zal gaan!