zaterdag, maart 11, 2006

De troost van

Neen, zei hij aan de telefoon. Neen. Dat hij ons niet vergeten was. Maar de vorst had hem vertraagd. En nu hij er is merk ik weer hoe snel het gaat. Eén halve namiddag is lang genoeg om toe te slaan. De groene vuile jekker die op een burka lijkt maakt van hem een man die niet te schatten is. Een man die met de volle kracht van scharen leeft. Het regent dat het giet maar wat deert hem dat. Krimpen zal hij niet. Struiken knipt hij laag bij de grond. Van de bomen leidt hij de aandacht af. Bamboe aan banden. Aan flarden: druivelaar, kamperfoelie, manshoog het verdorde gras dat nog van toen is blijven staan... Dat snoeien aan alles vooraf moet gaan is wat jij maar al te vaak vergeet! Wat een orde daalt hier neer. Kaalslag! Dat snoeien met durf te maken heeft en geen groei kan zijn weggelegd voor wie de messen spaart... Puur natuur zet hij in mijn tuin een statement neer. Tuinman is de naam. In de volle vuile voorjaarsregen druipt de vreugde van de arbeid van hem af. Terwijl ik binnen in de warmte besef dat ik maar met de helft van zijn plezier over alweer een blauw geschrift, dat over de troost van Kunst en Tuinen gaat, gebogen zit.

2 Comments:

At 12/3/06 2:45 p.m., Anonymous Anoniem said...

Hoezee voor dit fabuleus stukje proza! Een staande ovatie in mijn eentje!

 
At 16/3/06 11:38 p.m., Anonymous Anoniem said...

Inderdaad...mooie proza.
Ieder jaar geniet ik van het moment als de tuinman is langs geweest. Alles ligt weer klaar voor een verkwikkende lente en een zwoele zomer. Mijn tuinman is een held.

 

Een reactie posten

<< Home