vrijdag, januari 14, 2011

Aan wat mij begeestert

Het jaar? Alles goed met het jaar! En voornemens, vraagt iemand. Zijn er dan geen voornemens? Jazeker zijn er die. In mijn geval hebben die, wat had je gedacht, altijd weer met het afronden van dingen te maken die begonnen zijn. Een gedicht bijvoorbeeld dat langer uitvalt dan er woorden zijn. Een hoofdstuk van een tekst gewijd aan De Oogopslag en wat daarin besloten ligt. De Troost van Kunst en Tuinen. Het Grote Efemeridenboek… Of een plaatsbeschrijving voor de schilder die ik niet (altijd) meer ben: Waar plant ik mijn ezel... Enfin, het lijstje wordt er elk jaar nog langer én mooier op. De beste voornemens plaveien ons. En onze weg.
Maar echt lang hielden de eindejaarformules het ook dit jaar niet vol. Nauwelijks enkele sherryglazen later of we stonden opnieuw met de beide voeten in de zacht verzopen beemden van nu en altijd. En meteen ook was er alweer die mooie ergernis. Terug van nooit weggeweest. Wat had ik dan verwacht? Dat een Mollige Menner als ene Bart D. die graag beweert het over ontvetting te hebben maar niks dan sociale afbraak in het oubollige vaandel voert, enkel een beeld was dat bij een verloren jaar hoorde? Dat al die junk- en foodmail in mijn mailbox er op een dag niet meer zou zijn. Dat de Witzel-tackles in januari niet langer rechtstreeks naar het been zouden gaan? Dat op een dag de anonieme gifkikkers uit alle reactiedingen zouden verdwenen zijn… Dat de neerslag het peil van de Mark niet meer teisteren zou en Geraardsbergen niet meer blank zou staan. Enfin, dat alles met de jaarwende plots iets beter zou gaan... Was het dat wat ik had verwacht? Natuurlijk niet. Maar toch, één iets… Van één van mijn mooie voornemens had ik verwacht dat het net iets langer stand zou houden dan het heeft gedaan. Eindelijk, eindelijk zou ik er in het nieuwe jaar in slagen, zo nam ik mij voor, om absolute voorrang te geven aan wat mij begeestert en niet langer aan wat mij ergert. En wat zie ik nu, wat stel ik vast? Met aplomb zelfs: amper twee weken later staat het kacheltje van de adrenaline en de ergernis alweer snorrend in een uithoek van mijn kamer. Roodgloeiend en wel. Mooi is dat. Wat zeg je, niet regeren? Niet scheren verdorie! Hier met die baard! Uit protest? Nee hoor, ik registreer gewoon wat baardgroei die de voorbije dagen plotseling en als vanuit het niets op mijn gezicht is komen zitten. En bovendien niet van plan lijkt om daar nog heel snel weg te gaan.

Extern:
Daar zou ik graag een baard voor laten groeien
Vindplaats: Irene's improvisatie - Van Antwerpen tot Utrecht
Geen regering? Daar krijg je een baard van.
No government, great country.


Labels: ,