zondag, februari 06, 2011

Prettige hommage

De nieuwste editie van de Dag van het Woord is gisteren een prettige hommage geworden aan een dichter en prozaïst die al een heel schrijversleven-lang de grote belangstelling weet te vermijden. Hoe hij daarin is geslaagd blijft voor ons voor altijd een raadsel. Willy Spillebeen heeft zich immers in al die jaren een staat van verdienste bij elkaar geschreven waarbij veel dingen (én schrijvers & scribenten) verbleken. In het interview met Philip Hoorne, onverbiddellijk Knack-recensent, zei Spillebeen de hommage in Harelbeke een beetje gelaten te ondergaan. Voor hem hoefde het niet echt. Maar het echt erg vinden, nee dat was nu ook niet het woord… Toch had Willy Spillebeen het met Heer Hoorne veel liever over “Blues om wat blijft”, zijn gloednieuwe dichtbundel die, uitgegeven bij Uitgeverij P, gisteren aan een zeer talrijk opgekomen publiek werd voorgesteld. Voorafgaand aan het gesprek lazen Lut De Block, Lies Koopman, Herman Leenders, Sylvie Marie en Stefaan Van den Bremt bij wijze van eerbetoon een gedicht van Spillebeen en eentje van zichzelf. Leerlingen van de Harelbeekse academie evoceerden een aantal gedichten van Neruda die eerder door Willy Spillebeen waren vertaald. Verder sprak het voor zich dat ook op deze editie van de Dag van het Woord de jaarlijkse poëzielaureaten niet konden ontbreken. Negen én daarbij nogal wat vertrouwd klinkende namen kwamen ook gisteren weer op het Harelbeekse podium terecht. De winnaars staan intussen al na te lezen in dit keurig Witlof-lijstje. Tjitske Jansen, dit jaar in Harelbeke gastdichteres, las ter afsluiting van de wat lang uitvallende, en af en toe wat grappig door nogal wat regiefoutjes onderbroken namiddag, haar Harelbeke-Kalle met de haak-gedicht. Mooi! Harelbeke en de poëzie? Bij leven en welzijn: volgend jaar opnieuw!

Extern:
H.F. Jespers over 'Blues om wat blijft' en over het werk van Willy Spillebeen: Ik heb geschreven wat ik kon.



Labels: , ,