donderdag, januari 31, 2008

Wens




Februari was koud dat jaar, een bitter kruid.
De nacht werd een dag, de maan een zon.
Waarom ik jou wou schrijven, de wens dook op
en dat volstond. Ik wou dat het sterk was,
dat er bloed kon stromen. En vrijheid, er moest
vrijheid in! In elke kroeg, in elke straat
of staat, ik moest, ik zou je schrijven, een bericht,
een tover, een complete taal. Negen keer negen brieven
zou ik schrijven, potsierlijk postuum, absurd,

gericht aan een man die ik alleen maar kende
van gezicht in al die trage films. Voor allen die waren
en zouden zijn, mijn kamers voor een paard. Alles liet ik toe,
de wildzang, de rimram ging met mij aan de haal,
aan de taal. Weerloos en van waarde wou ik dat het was,
zwak en teer, een plant, een mening in een man.
Open en dicht, sintels en graven, met de logge pen
en zonder wou ik dat het kwam en ging. Verstild,
vertaald. Verstaald wou ik dat het alles was. En niets.




© Paul Rigolle, 2007-2008



Uit “Winterhart”, een typoscript. Cyclus: “Too late blues” – Al te late brieven aan John Cassavetes (1929-1989) en anderen.
Rubriek: De gedichten


In de reeks: Vandaag, overal en op alle zenders: Gedichtendag 2008

Labels: ,