vrijdag, mei 11, 2007

Iets toe te voegen

(Dagboekfrasen/3)

Onrust doet hees zingen. Ik lees het in het poëzierapport dat Alain Delmotte over de debuutbundel van Frédéric Leroy schrijft. En ik ben akkoord. Omdat ik het zelf ook herken. Zo wil ook ik dat ze klinkt op vandaag, de stem, mijn stem. Getekend, gekwetst, gehavend door en voor het leven. Zo wil ik dat het is. Dat de dingen die we maken hun kracht niet hebben afgelegd. Dat ze, eenmaal gemaakt, geschilderd, geschreven, nog in staat zijn om naar de straat te blijven ruiken. Liever hees en krom te zingen dan te zingen als de nachtegaal. Ik ben akkoord. Dit is de tijd. Dit is wat de dag ons vraagt. Het kan, het mag niet al te mooi. Het mag ons in schoonheid niet verraden. We dansen allang niet meer in Wenen. Bespaar ons de nachtegaal. Geef ons de verbasterde kraai, de kras in de keel van teveel Oraal, geef ons het ongezouten gejengel. Onrust doet hees zingen. Het is een zin om over te schrijven. In een boekje. Of om over te schrijven als men – eindelijk! - een manier gevonden heeft om over de dingen te schrijven en alleen nog een motto zoekt om aan wat geschreven staat, in extremis nog iets toe te voegen, door het er aan vooraf te laten gaan.


Uit: “De man met de leesbril”. Dagboekfrasen (3).
Notitie bij het Poëzierapport van Alain Delmotte over Gedichten, het debuut van Frédéric Leroy.

Labels: ,