Ster
De slaap voorbij, meet hij de schade op.
De dooi die later kwam vergat in hem de sneeuw.
Lichtmis sloeg een wak, water straalde
in de ster. Van rijm en rijp rest niets meer
dan een idee, jicht die op de heupen werkt.
Kleine koning van de vorst, hij schrijft
hem op, een beeld dat nog van toen bestaat.
Met de bomen dwalend door de bossen
van zijn slaap gaat hij aan zichzelf voorbij,
trekt zijn streng, een streep. Uitgeklaard,
verzeild in het hart van de taal noteert hij
het kraken van elke stap, neemt de taaiheid waar.
Als van gras dat tussen stenen op gaat staan.
Uit "Lichtmis" - Van het hart een Steen, Poëziecentrum 2009
Labels: gedicht
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home