De huls, het vlies, de tijd...
(19342)Hoe te schrijven! Het ontginnen van mijnen. Het ontmijnen van wat in de open valkuilen van het al te verregaand verhaal op jou te wachten ligt. Zo te schrijven dat mensen benieuwd raken naar de persoon achter de tekst… Is het dat? Komt het aan het eind van elke zin dan toch nog daar op neer. Neen. Dat is niet waar het echt om gaat, al is ook dat niet van elk belang gespeend. Het is... Alles ineen is het. Onbelangrijk is het en het is het niet. Je waardeert hoe een ander formuleert. Je herkent wat de moeite is. Je ruikt het al van ver. Je glimlacht om wat mooi is en laat het zeuren aan je kop. Maar meer nog herken je wat aan het formuleren is vooraf gegaan. De spankracht van de leegte van het woord toen dat nog niet geschreven was. De huls, het vlies, de tijd… Ergens lees je over goed kijkgerief en een heuse rockchick hier en daar. Over stemmen als goede wijn, de hyperfictie in een vrouwenstem. Die niet te hebben. Het voorgoed met iets dat hoekiger is, te moeten doen. Maar net zo goed weten wat het is… Dat het wachten is. Niet op de lezer. Maar op de tekst die vol achteloosheid steekt terwijl hij nooit zo is bestudeerd. Wat het steeds vaker is? Het is het geluid van een ademhaling. De intensiteit waarmee men wacht en waarmee men terzelfdertijd dingen over dat wachten leert. De mate van. De maat waarmee men, stokoud, de dingen meet. Het is het ingekeerde werk. Het zijn de scrupules. Het is de structuur. Het is het bedelen, het laffe bedelen om de aandacht van een tekst die even grillig als weerloos is maar zich nog lang niet heeft aangediend.
Nootboek. Annotaties. Vr 9/12/2006 – De huls, het vlies, de tijd - Rubriek Nootboek.
Een notitie, zeer zijdelings bij en n.a.v. “In de concertzaal”, een stukje hyperfictie.
Labels: Nootboek
2 Comments:
Eigenlijk is schrijven de enige manier om een beetje Maître après Dieu te (mogen) zijn.
Je bouwstenen (de woorden die je gebruikt, de structuur die je aanbrengt...) zijn immers typisch menselijke artefacten (cf. het -meestal- arbitraire verband tussen teken en betekenis, de typisch menselijke eigenschap verbanden te leggen...).
In tegenstelling tot grafische kunst waarin je vormen (uit de natuur) nabootst, tot muziek (waarin je "tastbare" klanken vormt), beeldhouwkunst, waarbij je op fysieke/wereldlijke componenten bent aangewezen om ze te gaan samenvoegen en bewerken.
Misschien is schrijven wel de enige vorm van creatie, van schepping, zonder een Schepper (van materie) na te apen, zelfs zonder op zijn scheppingen beroep te doen (wat je bij spreken wel doet omdat je dan weer in klanken je heil moet zoeken).
In dat opzicht zou schrijven de enige vorm van scheppen zijn waarin je niet van overmoed (hybris)kan worden betichten dus zonder risico op een Icarusval.
Al zegt die Icarusval, Eva, mij ook wel wat!
Een reactie posten
<< Home